Menu

Tricot, daar blijf ik zo ver mogelijk vandaan!

Naaien in tricot is niet zo moeilijk als het lijkt. Vele dames of heren die al behoorlijk wat kilometers hebben gemaakt op de naaimachine hebben nog steeds vrees voor tricot stoffen.

Any Dress en tricot

Zelf kan ik niet ontkennen dat ik daar ook last van heb gehad. Totdat ik mijn huidige klant ‘Clown in de klas’ tegenkwam. Zij draagt een grote maat en vond het daarom prettig om vooral tricot stoffen te dragen, omdat die ervoor zorgen dat zij zich kan blijven bewegen in haar kleding.

Inmiddels is zowat mijn hele bedrijf gericht op het werken met rekbare stoffen. Zo gebruik ik het voor al mijn workshops en is mijn naaipatronenlijn er ook op gericht.

Technische weetjes

Nu zijn er een aantal tips, trucs en valkuilen die ervoor zorgen dat het verwerken rekbare stoffen eenvoudiger maakt of volledig doet mislukken.

De voorbereiding van een tricot kledingstuk is het halve werk en zal grote problemen helpen voorkomen. Dit zijn een aantal technische weetjes waar je zoal op kunt letten:

  • De samenstelling van de tricot:
    • Tricot met viscose is over het algemeen wat slapper, waardoor het wel mooi valt, maar ook lastiger verwerkt en snel bij de randen zal omrollen.
    • Tricot met katoen, zorgt voor meer stevigheid, verwerkt makkelijker, maar verwast over het algemeen wel wat snel.
  • Naast de samenstelling kan er ook nog gelet worden op gewicht:
    • Het gewicht van een tricot loopt nogal uiteen. Zo heb je tricots van 190 gram tot 220 gram. Wat redelijk gemiddeld is. Maar er zijn ook tricots die meer wegen dan 220 gram. Je kunt je voorstellen dat een hoger gewicht tot een bepaald punt ervoor zorgt dat de stof gemakkelijker te verwerken is.
  • Bij het werken met tricot is het slim om ook op het rekpercentage te letten van de stof:
    • Deze kan uiteenlopen van 15-50 % rek. Ook hiervoor geldt, hoe meer rek, hoe lastiger te verwerken.
    • Via deze link kun je een liniaaltje downloaden waarmee je het rekpercentage van een tricot kunt bepalen.
    • Het rekpercentage is namelijk ook van invloed op de maat van je patroon. In de reguliere bladen als Knip, Burda of LMV wordt er tijdens het maken van de patronen rekening gehouden met een gemiddeld rekpercentage. Maar teken je zelf je patronen, dan zal je het rekpercentage in mindering moeten brengen op je maten.
    • De stoffen Punta di Roma of French Terry zijn bijzonder fijne tricot stoffen die je nagenoeg als een niet rekbare stof kunt verwerken.

Tips en Trucs

Buiten de technische weetje zijn er ook nog een aantal praktische tips die slim zijn om te weten. Ga tijdens het kopen van een tricot stof af op je gevoel. Drapeer de stof over je hand en check de valling. Komt deze overeen met de valling die je nodig hebt voor je te naaien stuk.

Wil je online je stof kopen en twijfel je, vraag dan een staaltje aan. Veel online stoffenwinkels bieden deze mogelijkheid voor een kleine vergoeding.

Was of stoom je kledingstuk door voordat je het gaat verwerken. Hiermee haal je de krimp uit de stof. Na het wassen kun je de stof :

  • Ophangen – let op dat je hem niet aan 2 punten ophangt, want dan hangt de stof helemaal door en moet je dit weer goed strijken, wat niet bij alle tricotstoffen ook lukt. Soms is liggend drogen beter.
  • Of doe hem in de droger – hierdoor krimpt de stof nog extra, waardoor je na het maken van je kledingstuk geen krimp meer zult hebben. Meestal hoef je na de droogtrommel ook niet meer te strijken, wat een voordeel is want teveel strijken van tricot stoffen zorgt voor glanzen en doordrukkende naden.

Koop voor deze zekerheid altijd wat meer stof. Gewoon voor de veiligheid zodat als je per ongeluk iets fout doet je nog stof hebt om te herstellen. Of zodat je genoeg stof overhoud als de stof onverwacht extreem krimpt.

De pasvorm van tricot stoffen is over het algemeen gemakkelijker dan van niet rekbare stoffen. Dit omdat de rek een klein tekort wat gemakkelijker kan opvangen dan een niet rekbare stof. Meet dus je maten en kies het patroon wat het dichtste bij ligt. Combineer eventueel 2 maten als je boven maat 40 hebt en onder maat 42.

Stik je kledingstuk met een flauwe zigzag steek. Veel machines hebben ook een tricotsteek. Mijn ervaring is echter als je iets fout doet met een tricotsteek je de steek er nagenoeg niet meer uit getornd krijgt. Dit is met een flauwe zigzag niet het geval. De flauwe zigzag of tricotsteek zorgt ervoor dat je niet uit je naden scheurt op het moment dat er spanning op de stof komt te staan. En dat is wel een prettige bijkomstigheid.

Pas je kledingstuk tussendoor door. Heb je je schoudernaden en zijnaden gestikt, pas dan je kledingstuk. Op dit punt kun je namelijk nog eenvoudig aanpassingen doen.

Tilly and the Buttons

Het patronen merk Tilly en de Buttons heeft een compleet boek geschreven voorzien van een heleboel weetjes en patronen welke speciaal geschikt zijn voor tricot stoffen. Misschien kun je hier je eerste project in vinden om je aan tricot stoffen te wagen, want als je eenmaal gewend bent om met tricot stoffen te werken is het soms eenvoudiger dan met woven stoffen.

Durf jij het aan na al deze tips en info??

 

Succes

 

Lfs Linda

2 reacties

  1. Sinds ik tricotstof hebt ontdekt hoe te verwerken vind ik mijn kleding maken een feest en heerlijk om te dragen. Ik gebruik voor tricotstof naaldnummer 9 in mijn naaimachine. Alsof er een wereld voor mij openging.

    1. Ik snap je gevoel helemaal Riet, ik heb het op dezelfde manier ervaren. Vraagje? Wat bedoel je precies met naald 9, misschien kunnen we anderen hier nog mee helpen als tip.
      Mvgr. Linda
      Any Dress

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Delen:

meer zoals dit:

E-BOOK: 5 VEEL VOORKOMENDE FOUTEN!

WAAROM JOUW ZELF GENAAIDE KLEDING NIET STAAT.