Welke stof gebruik ik voor welk project?

Vraagje? Ben jij een het type eerst stof en dan project of eerst project en dan stof? Ik hoor namelijk regelmatig van mijn cursisten ‘ik vind het zo lastig een stof uit te zoeken’. En dat kan ik me voorstellen.

Project eerst of stof eerst?

Daarom ook bovenstaande vraag, want je kunt het zoeken naar stoffen vanuit verschillende kanten aanvliegen.

• Ik koop gewoon een stof die leuk vindt en dan zie ik wel wat ik ervan kan maken! Hier zit enige risico in, want wellicht kun je helemaal geen leuk naaiproject vinden wat bij je stof past.
• Ik koop mijn stof naar aanleiding van het project waarmee ik aan de slag ga. Ook hier zit een risico aan, want wellicht vind je dan helemaal geen leuke stof voor dat project.

Persoonlijk ga ik voor de eerste variant, maar dat komt wellicht omdat ik inmiddels al wat meer weet over welke stoffen ik waarvoor kan gebruiken. En welke stoffen en modellen ik graag gebruik en maak voor mezelf. Dat kan voor jou anders liggen, zeker als je een beginnende naaister bent.

Stappenplan

Als beginnende naaister is het dan wellicht wel handiger om voor de tweede optie te gaan en een project uit te kiezen, waar je stof bij gaat zoeken. Je hebt dan namelijk een aantal handvaten die je kunt gebruiken:

1. Wat verteld het patroon je? Welke stofsoort staat er aangegeven in de patroonbeschrijving om het beste resultaat te krijgen. De maker van het patroon heeft hier namelijk al voor jou over nagedacht. Dus hoe eenvoudig wil je het hebben? Daarnaast kunnen ze je bij de betere stoffenwinkels ook adviseren wat je als vervangende stof kunt gebruiken.
2. Voelen, als je dan toch in die stoffenwinkel bent, voel dan aan de stof. Als het patroon aangeeft dat je het beste een soepele stof kunt gebruiken, dan is dat goed te voelen. Voelt je stof heel dik en stijf, dan weet je dat het niet geschikt is voor jouw project.
3. Vraag hulp. Zowel in de winkel als bij de juf die je leert naaien. Vraag niet alleen welke stof je kunt gebruiken, maar laat je ook uitleggen waarom wel of waarom niet. Zo leer je diverse kenmerken van stoffen.
4. Geen hulp in de buurt, raadpleeg dan een naslagwerk! Er zijn heel veel boeken, waarin bij de intro het e.e.a. wordt verteld over stoffen. Maar ook boeken of websites die volledig over stoffen gaan. Per stofsoort worden vaak de kenmerken, de verwerking en het soort projecten vermeld, waar de stof geschikt voor is.
5. Maak je eigen naslagwerk. Bewaar bij je patroon altijd een stukje stof. Dan kun je namelijk vergelijken. Wil je het patroon nogmaals gebruiken, dan kun je dus een andere stof kiezen, maar wel met gelijke kenmerken. Of je plakt een staaltje in een boekje, schrijft erbij wat je ermee gemaakt hebt, wat je ervaren hebt, wat wel fijn was en wat niet.

Al doende leert  men.

Uiteindelijk kost stoffen leren kennen tijd. De meeste naaisters ontwikkelen er met de tijd een natuurlijk gevoel voor. Plus van fouten leer je. Dus naai je een keer een project met een verkeerde stof, dan is dan wellicht zonde van je tijd en materiaal, maar je steekt er wel heel veel van op. Al doende leert men, geldt ook bij je hobby naaien!

Wil je dit toch proberen te voorkomen, dan loont het ook zeker om je te verdiepen in welke stoffen er zijn en wat de kenmerken van deze stoffen zijn. Verschillende online webshops proberen je daar ook al bij te helpen door aan te geven wat je van een bepaalde stof kunt maken.

Gun jezelf vooral tijd! Rome en Parijs zijn ook niet in 1 dag gebouwd 😉