Blog werkvolgorde

Ken jij de juiste werkvolgorde?

Om een kledingstuk in elkaar te zetten? Regelmatig krijg ik de vraag hoe ik weet wanneer ik wat moet doen, zonder in het naaiboekje te kijken. Ervaring is één, maar in dit blog geef ik jou 3 tips om het in elkaar zetten van een kledingstuk gemakkelijker te maken. Zodat als de tekst uit je naaitijdschrift weer eens op abracadabra lijkt je toch zelf je kledingstuk kunt afmaken.

Tip 1: Stel moeilijke dingen niet uit.

Want dat kan tegen je werken. Natuurlijk snap ik dat het veel leuker is die jurk gelijk in elkaar te zetten om te zien hoe hij staat, maar het is toch handiger om eerst met de rits te beginnen. Daarna wordt het alleen maar gemakkelijker. Plus als je start met een project ben je nog lekker fris en kan je de hele wereld aan. Ook die rit!

Zakken, knoopsgaten en paspels. Maak ze als eerste op je panden. Je panden zijn nu nog klein, daardoor kun je er gemakkelijk bij, mocht het onverhoopt toch niet goed gaan, hoef je alleen maar dat ene pand opnieuw te knippen en een tweede poging te wagen. In plaats van dat je wacht tot je klaar bent met je kledingstuk en dan je knoopgaten nog moet maken. Gaat het dan mis, tja dan is alle lol er wel vanaf.

Tip 2: Hou je kledingstuk zo lang mogelijk klein.

Hoe groter je kledingstuk wordt hoe lastiger het wordt om ermee om je naaimachine te manoeuvreren. Zeker als je ook jassen gaat maken.

Hiervoor zijn 2 methodes;

  • Na het naaien van de moeilijke stukken zoals hierboven maak je eerst een heel voorpand, een heel achterpand en hele mouwen. Hierna naai je het voor- en achterpand aan elkaar en zet je de mouwen in.
  • Bij de andere methode maak je ook twee delen alleen dan maak je eerst het hele rokdeel van de jurk, waarna je het bovendeel van de jurk maakt en deze vervolgens aan elkaar bevestigd.

Wanneer kies je nou welke? Als jij weet van jezelf dat er regelmatig wijzigingen moeten plaatsvinden in de breedte na het afpassen, dan kies je voor de eerste manier. Heb je vaak wijzigingen in de lengte dan is het handiger om de tweede manier te gebruiken. Zo zorg je ervoor dat naden netjes door blijven lopen, ook na wijzigingen.

Tip 3: Wijzig je instellingen van je naaimachine zo weinig mogelijk.

Dit betekend niet dat je nooit de instellingen van je machine mag wijzigen tijdens het naaien, maar hoe minder je dat hoeft te doen, hoe vlotter het gaat en hoe meer fouten je voorkomt. Heb je bijvoorbeeld een halsboord opgezet welke je moet doorstikken, wacht dan met doorstikken totdat je ook de mouwzoom en de rokzoom moet doorstikken. Zo hoeft je maar 1 keer je tweelingnaald in te rijgen in plaats van 3 keer afzonderlijk.

Bonus Tips: Naden afwerken en draadjes afknippen.

Werk een naad zodra je deze heb afgerond ook gelijk af. Zo krijg je de mooiste afwerking en kan je overal nog gemakkelijk bij. Als je de afwerking pas op het einde doet, dan kun je sommige punten al niet goed meer bereiken omdat hier een andere naad kruist. Daarnaast is het lastiger omdat je elke keer het hele kledingstuk onder de machine hebt, in plaats van alleen het af te werken deel.

Leer jezelf aan om na het naaien van elke naad ook gelijk je begin en einddraden af te knippen. Als je de laatste steek aan je kledingstuk hebt gezet, dan is het ook echt klaar! En hoef je niet meer alles na te lopen op losse eindjes.

Succes met het in elkaar zetten van je kledingstuk. You can do it!

 

Lfs Linda

P.S. heb jij ook een vraag die je graag in een blog uitgelegd wil zien, laat het ons weten. Wie weet gaat het volgende blog wel over jouw vraag!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *